Op 3 mei 2024 publiceerde het Belgisch Staatsblad een langverwachte wet voor de oprichting van een Preventiemechanisme dat toezicht houdt op personen die zich bevinden in plaatsen van vrijheidsberoving waarvoor het federale niveau bevoegd is, zoals de gevangenissen. Het Preventiemechanisme zal de situatie van die personen onderzoeken via regelmatige bezoeken aan die plaatsen.
Het Facultatief Protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen (OPCAT) verplicht de lidstaten om een Preventiemechanisme op te richten. Door nu binnen het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM, opgericht in 2019) een Preventiemechanisme op te richten, zet ons land een belangrijke stap in zijn engagement om het VN-Protocol na te leven.
Onaangekondigde bezoeken
Om het risico op foltering of wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen te voorkomen, zullen onaangekondigde bezoeken plaatsvinden in plaatsen van vrijheidsberoving.
Het Preventiemechanisme, dat volledig onafhankelijk is, zal met de bevoegde autoriteiten een constructieve dialoog aangaan, aanbevelingen formuleren en voorstellen tot verbetering doen. Daarnaast kan het opmerkingen geven op relevante wetgeving of wetsontwerpen. Het zal ook een jaarverslag over zijn activiteiten publiceren.
Daarnaast zorgt de nieuwe wet voor een nog betere overeenstemming met de Beginselen van Parijs. Dat zijn internationale criteria die onder meer de samenstelling, de werking en de onafhankelijkheid van nationale mensenrechteninstituten bepalen. Onlangs kreeg het FIRM al de internationale erkenning dat het gedeeltelijk voldoet aan die principes. De nieuwe wet zorgt voor een nog betere overeenstemming.
Alles in kaart brengen
Het Preventiemechanisme is momenteel enkel verantwoordelijk voor plaatsen van vrijheidsberoving waarvoor het federale niveau bevoegd is. Om alle plaatsen van vrijheidsberoving in België te dekken, zijn er onderhandelingen met de deelstaten nodig. Dat zou moeten leiden tot de oprichting van een nationaal Preventiemechanisme, zoals het OPCAT vereist.
De eerste doelstelling van het Preventiemechanisme is om alle federale plaatsen van vrijheidsberoving in kaart te brengen. Vervolgens kan het Preventiemechanisme de bezoeken opstarten, samen met de instanties die daar al een algemene bevoegdheid in hebben: Myria (het Federaal Migratiecentrum), het Comité P (Vast Comité van Toezicht op de politiediensten) en de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.
Belangrijke stap vooruit
De nieuwe wetgeving betekent een belangrijke stap vooruit, aangezien België één van de enige twee Europese lidstaten is die nog geen nationaal Preventiemechanisme hebben. Het project is het resultaat van meerdere jaren werk, dat op technisch vlak voorbereid werd door de Dienst Rechten van de Mens van de FOD Justitie. De voorafgaande consultatierondes werden al opgestart onder de vorige minister van Justitie. De huidige minister van Justitie legde de politieke lijnen vast en verdedigde het ontwerp binnen de regering en het parlement.