Europese burgers hebben drie zaken over klimaatverandering bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg aanhangig gemaakt tegen Portugal en 32 andere landen — waaronder België — evenals Frankrijk en Zwitserland. 

Het Hof besliste in de Grote kamer in alle drie de zaken. Deze beslissingen zijn definitief. 

Het Hof heeft de zaak Duarte Agostinho et al. (nr. 39371/20) betreffende de huidige en ernstige toekomstige gevolgen van de klimaatverandering in Portugal en 32 andere staten, waaronder België, niet-ontvankelijk verklaard. Het Hof stelt vast dat ten aanzien van de verwerende staten geen rechterlijke bevoegdheid kan worden vastgesteld, met uitzondering van Portugal ten aanzien waarvan de territoriale rechter is gevestigd, maar waarvoor de niet-uitputting van nationale rechtsmiddelen moet worden toegewezen, zonder dat verzoekers in Portugal een rechtsmiddel hebben ingesteld. 

Het Hof heeft ook de zaak Carême vs Frankrijk (nr. 7189/21) niet-ontvankelijk verklaard met betrekking tot de klacht van een voormalige inwoner en burgemeester van de gemeente Grande-Synthe. Die stelde dat de Franse actie ter bestrijding van de opwarming van de aarde ontoereikend is. Het Hof is van oordeel dat verzoeker niet kan stellen slachtoffer te zijn van een schending van het recht op leven of van het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en van de woning louter door het feit dat hij burger of voormalige inwoner van de gemeente is. 

Anderzijds constateerde het Hof een schending van artikel 8 betreffende het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven en artikel 6, lid 1, van het Verdrag in de zaak Verein KlimaSeniorinnen Schweiz tegen Zwitserland (nr. 53600/20) met betrekking tot de klacht van een Zwitserse vereniging van oudere vrouwen over de gevolgen van de opwarming van de aarde voor hun levensomstandigheden en gezondheid. 

Het Hof preciseert dat artikel 8 van het Verdrag een recht op effectieve bescherming door de overheidsinstanties vastlegt tegen de ernstige nadelige gevolgen van klimaatverandering voor het leven, de gezondheid, het welzijn en de levenskwaliteit. Zij concludeert dat Zwitserland zijn verplichtingen tot kwantificering van de nationale broeikasgasemissiegrenswaarden niet is nagekomen en niet heeft voldaan aan zijn doelstellingen in het verleden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. 

Op grond van het recht op toegang tot een rechter (artikel 6, lid 1) stelt het Hof vast dat de Zwitserse rechterlijke instanties de grieven van verzoekers niet hebben onderzocht in het kader van de daadwerkelijke uitvoering van de in het geldende nationale recht vastgestelde verzachtende maatregelen. Aangezien het arrest van het Europees Hof juridisch bindend is, is het aan Zwitserland om passende maatregelen te nemen om de door het Hof vastgestelde inbreuk te corrigeren.

Vragen? press@just.fgov.be